Kennisbank Wkb
Op LinkedIn publiceren wij regelmatig interessante vragen met betrekking tot ons werk en de deskundigheidscriteria zoals die in de Wkb zijn vastgelegd. Wil je hiervan op de hoogte blijven volg ons dan op LinkedIn!
Met de Wkb in aantocht is dit een vraag die steeds vaker gesteld wordt. Om hier antwoord op te kunnen geven moet je toch eerst duidelijk hebben om de helder te hebben welke eisen er in de BRL5019 zijn opgenomen ten aanzien van opleiding, kennis en ervaring. In de BRL is hier het volgende lijstje voor opgenomen (voor gevolgklasse 1):
- Basisopleiding: Een bouwkundige of civieltechnische opleiding op MBO-niveau;
- Werkervaring: Ten minste vijf jaar relevante en aantoonbare ervaring met het toetsen van bouwplannen of het diploma PHbo Bouwbesluitdeskundige.
- Vlieguren: ten minste drie projecten per jaar zelfstandig uit voeren.
- Aanvullend opleiding: Aanvullende basisopleiding Bouwbesluit.
- Aanvullende kennis: Actuele kennis van normen en voorschriften.
- Aanvullende kennis: Bijhouden van wijzigingen van de bouwregelgeving op het gebied van algemene bouwkunde.
Wat meteen opvalt als je deze criteria met de criteria van de bouwplantoetser in de VTH KwaliteitsCriteria vergelijkt is dat de meeste kennis met betrekking tot het juridisch kader niet nodig is volgens de BRL. Daarnaast en dat is ook een significant verschil kan alleen aan deze criteria worden voldaan als er een vorm van permanente educatie plaatsvindt.
Dit heeft in het verleden al heel vaak tot misverstanden geleid. Want in de deskundighiedscriteria zijn in bepaalde gevallen concrete opleidingen of cursussen voorgeschreven. Tenminste zo wordt dat vaak (ten onrechte) geïnterpreteerd.
Want is een cursus nu de enige manier om je kennis te verbreden of te verdiepen? Uit onderzoek weten we dat 10% van onze kennis zijn basis vindt in traditionele opleidingen en cursussen. 10%! De rest leren we in de praktijk. Het grote voordeel daarvan is dat het in de praktijk geleerde ook nog eens veel beter blijft ‘ hangen’.
Terug naar de vraag: Moet ik een cursus volgen om te voldoen? Nee, natuurlijk niet. Het gaat er niet om of je een ‘papiertje’ hebt gehaald maar of je de kennis hebt opgedaan die nodig is voor je werk. Hoe je die kennis hebt opgedaan is van ondergeschikt belang. Dus voel je vrij om van je collega wat op te steken of door zelfstudie je kennis te verbeteren Of beter nog, zoek een praktijkcasus waar je de kennis voor nodig hebt. Dat is niet alleen leuk maar ook nog eens heel effectief!
Ja, dat kan, maar er is wel een maar. Of eigenlijk meerdere ‘maren’. Natuurlijk kun je zelf een inschatting maken of je over de kennis en ervaring beschikt die de voortvloeien uit de Wkb. Maar, bij de EVP-trajecten die wij uitvoeren krijgen wij steevast vele vragen over de interpretatie van criteria. Als je niet over die informatie beschikt kan het moeilijk zijn om je zelf te toetsen. Maar laten we er van uitgaan dat je die kennis wel hebt of kunt achterhalen, hoe objectief kijk jij dan naar jezelf? Ben jij echt in staat om die blinde vlek in de spotlights te zetten? Onze ontwikkelcoaches zijn er op getraind om juist die zaken boven tafel te krijgen.
En er is nog een maar. Het al dan niet voldoen aan de Wkb deskundigheidscriteria doe je voor jezelf maar ook voor de organisatie waarvoor je werkt of voor je opdrachtgever. Als die akkoord gaat met een zelfevaluatie dan vormt dit geen probleem. Mijn ervaring is echter dat hier vaak geen genoegen mee wordt genomen en gevraagd wordt om een onafhankelijk oordeel.
Ja, gelukkig wel. Natuurlijk met een diploma op zak kun je dat altijd aantonen. Hoewel, ik heb eens gehoord dat een werkgever alle diploma’s van z’n medewerkers als niet relevant beschouwde en via een assessment liet onderzoeken wat het niveau van zijn medewerkers was. Niet het papiertje maar de daadwerkelijke competentie telt.
Maar hoe toon je aan dat je op mbo danwel hbo-niveau presteert als je geen diploma hebt? Dat kan bijvoorbeeld door de door ons ontwikkelde WerkErvaringsToets. Hierbij kijken we naar jou cognitieve vermogen en hoe je je kennis in de praktijk toepast. De WerkErvaringsToets sluit aan bij het gelijkwaardigheidsbeginsel zoals dat in de Wkb is vastgelegd.
De afkorting EVP komt vaak voorbij als het over de competenties en deskundigheidscriteria gaat. EVP staat voor ErVaringsProfiel. Dit is een methodiek die afgeleid is van de EVC-methodiek. EVC staat voor ErVaringsCertificaat. Anders dan een EVP is een EVC een landelijk erkende standaard. Met een EVC heb je recht op een landelijk erkend vakbekwaamheidsbewijs. Met een ErVaringsProfiel ligt dat anders.
EVP is tot op heden een niet beschermde naam en is bovendien vormvrij. EVP-trajecten en de rapportages die daar het gevolg van zijn kunnen dus per aanbieder verschillen. Wel is het zo dat als een EVC-aanbieder een EVP-traject uitvoert hij altijd in zijn achterhoofd zal houden dat een EVP later als basis voor een EVC-traject moet kunnen worden gebruikt.
Hoe dan ook, een EVP geniet dus geen landelijke erkenning. Wel wordt het door veel werk- en opdrachtgevers beschouwd als de standaard waarmee tegen redelijke kosten de 0-situatie t.o.v. deskundigheidscriteria in beeld kan worden gebracht. Wil je echt iets in handen krijgen wat landelijk erkend is kies dan voor een EVC-traject. Een EVC-traject kan echter uitsluitend uitgevoerd worden op basis van een vastgestelde branchestandaard. Voor de VTH-branche is dit al gebeurd maar voor de kwaliteitsborgers nog niet. Op dit moment kunnen wij voor deze branche dan ook geen EVC trajecten uitvoeren.
Nog steeds wordt er gekoerst op invoering van de Wkb per 1 januari 2022. Dat is al best snel. Bij ons beginnen inmiddels de vragen binnen te druppelen over de opleidingseisen voor kwaliteitsborgers. Maar wat zijn die eigenlijk en waar zijn die eisen vastgelegd? In de memorie van toelichting op het besluit Kwaliteitsborging staat dat er in de Regeling Kwaliteitsborging nadere eisen worden gesteld aan de opleiding en ervaring van de kwaliteitsborger. Met dank aan Wico Ankersmit heb ik de inzage gekregen in de conceptteksten. Hierin zijn de minimale eisen opgenomen. Uit een eerste vergelijking met de eisen uit de BRL5019 valt o.a. op dat de eisen voor de toezichthouder in de BRL strenger zijn dan die in de concept regeling zijn opgenomen. De strengere eisen stroken met het uitgangspunt dat de regeling slechts minimale eisen bevat. Wat nog meer opvalt is dat permanente educatie verplichtend is geregeld voor de personen die werkzaam zijn voor kwaliteitsborger. Daarnaast moet hij aantoonbaar op de hoogte zijn van de laatste wijzigingen in voorschriften. De regeling gaat daarmee aanzienlijk verder dan de KwaliteitsCriteria 2.2. Werk aan de winkel dus!
Wie het nieuws een beetje gevolgd heeft, heeft al gehoord dat de eerste kamer groen licht heeft gegeven voor het besluit kwaliteitsborging. Dit besluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de RvSt. Maar er was deze week nog meer interessant nieuws. De Regeling Kwaliteitsborging is namelijk voor de internetconsultatie vrijgegeven.
Een belangrijk deel van deze regeling gaat over de deskundigheidscriteria die voor kwaliteitsborgers gaan gelden. Ten opzichte van het eerder verschenen concept zijn dit de belangrijkste wijzigingen:
1. In de regeling wordt niet langer gesproken van aanvullende basis of verdiepingscursus (zonder te definiëren wat dat is) maar wordt bepaald dat een kwaliteitsborger kennis moet hebben van het bouwbesluit of een relevant onderdeel van het bouwbesluit.
2. Er wordt niet meer gesproken van ‘relevante’ werkervaring maar de werkervaring wordt gespecificeerd en per scope gedifferentieerd zodat duidelijk is wat met relevant wordt bedoeld.
3. Het criterium ‘actuele kennis van normen en regels’ is geschrapt.
4. Permanente her- en bijscholing is niet langer omschreven als de verplichting tot het volgen van een tweejaarlijkse herhalingscursus maar als het ‘deelnemen aan bijscholing’. Zonder daarbij vast te leggen dat dat door middel van een cursus moet.
Zo zijn de deskundigheidscriteria tegelijk misschien wel een beetje concreter (werkervaring) en minder concreet (kennis) geworden.